De verdachte heeft zich tussen 2005 en 2012 schuldig gemaakt aan grootschalige oplichting door een groot aantal valse Anton Heyboer etsen te verkopen aan de slachtoffers. De verdachte kwam met enige regelmaat in hun winkel. Hij had zich voorgesteld onder een andere naam dan zijn eigen naam en zei dat de etsen die hij mee had gemaakt waren door Heyboer. Het zou gaan om etsen uit de jaren '50 en begin '60. De betaling ging telkens contant en de verdachte heeft in die jaren nooit zijn werkelijke identiteit kenbaar gemaakt. De galeriehouders noemden de door de verdachte aangeleverde werken de “Josef Santen collectie". Pas na diepgaand onderzoek door deskundigen van het NFI is de valsheid van de werken komen vast te staan.
De verdachte heeft de galeriehouders op een geraffineerde manier opgelicht en hun vertrouwen misbruikt bij de verkoop van de valse Heyboer-etsen. Ook heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de integriteit van de kunsthandel.
Tijdsverloop en verjaring
Het hof houdt rekening met het zeer aanzienlijke tijdsverloop in deze zaak. Het einde van de pleegperiode is meer dan 12 jaar geleden en het hoger beroep is al in 2014 ingesteld. In hoger beroep heeft uitvoerig en diepgaand forensisch onderzoek naar de echtheid van de werken plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft veel tijd gekost. Het gevolg hiervan is dat een van de tenlastegelegde feiten, namelijk het verkopen van valse kunst, is verjaard. De oplichting is niet verjaard en daarvoor is de verdachte nu ook in hoger beroep veroordeeld.
Voorwaardelijke gevangenisstraf
Aan de verdachte is voor de oplichting een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf opgelegd om meerdere redenen. Het hof heeft allereerst rekening gehouden met de ernst van de oplichting, maar daarnaast ook met de hoge leeftijd en de broze gesteldheid van de verdachte én de ouderdom van de feiten. Ook is de redelijke termijn van berechting in hoger beroep fors overschreden.
Vorderingen van benadeelde partijen niet-ontvankelijk
De erven van Anton Heyboer en een koper van een ets in de Anton Heyboer Winkel hebben om schadevergoeding verzocht. Voor de erven geldt dat onvoldoende duidelijk is gemaakt dat de schade die is gevorderd, is veroorzaakt door het bewezen handelen van de verdachte. Nadere behandeling van de vraag of er genoeg verband is tussen het bewezen handelen en de schade, en zo ja, hoe die schade moet worden berekend of geschat, belast het strafproces te zwaar. Voor de koper van een van de valse etsen geldt dat nader onderzoek nodig zal zijn om te kunnen beoordelen hoe groot de schade is die de verdachte heeft veroorzaakt. Ook dit onderzoek zou het strafproces te zwaar belasten. De benadeelde partijen zijn daarom niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding en kunnen die slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.